SFP (mini-GBIC) modules - Duplex - 850nm - 1270/1330nm - TX1490/RX1310nm
- SFP Plus 10 gigabit (mini-GBIC) LC module multimode duplex 850nm 300mArt.nr. (SKU): GV-131129-03€ 135,24 € 163,64
Een Small Form-factor Pluggable is een compacte transceiver die zowel voor tele- als datacommunicatie wordt toegepast. Een SFP (mini-GBIC) ondersteund meestal een glasvezel aansluiting en zet deze binnen de switch om in een kopernetwerk.
Welke SFP(+) module moet ik kiezen?
Wanneer er geconstateerd wordt dat er een lange afstand overbrugt dient te worden om een netwerkverbinding te realiseren, voldoet in de meeste gevallen een UTP-kabel niet meer. Indien dit het geval is kan een glasvezel verbinding de juiste oplossing zijn. Om een glasvezel verbinding op te zetten dient er rekening gehouden te worden met een aantal factoren. Uiteindelijk zal ook de vraag ontstaan: Welke SFP(+) module moet ik kiezen? Wij leggen het graag uit.
Wanneer er geconstateerd wordt dat er een lange afstand overbrugt dient te worden om een netwerkverbinding te realiseren, voldoet in de meeste gevallen een UTP-kabel niet meer. Indien dit het geval is kan een glasvezel verbinding de juiste oplossing zijn. Om een glasvezel verbinding op te zetten dient er rekening gehouden te worden met een aantal factoren. Uiteindelijk zal ook de vraag ontstaan: Welke SFP(+) module moet ik kiezen? Wij leggen het graag uit.
Het opzetten van een glasvezelverbinding
Om te beginnen dient er, bij het opzetten van een glasvezelverbinding, nagedacht te worden over de datasnelheid van de verbinding welke men wil gaan opzetten. Is dit 100 Mbit, 1 Gbps, 10 Gbps of zelfs hoger? Wanneer dit bekend is moet men de fysieke lengte berekenen van de nieuwe of aanwezige glasvezelkabel waarover de dataverbinding wordt opgezet.
Voorbeeld:
In een groot pand staan twee serverkasten hemelsbreed ca 25 0m uit elkaar. Om deze aan elkaar te koppelen is er een glasvezelverbinding nodig, aangezien UTP kabel niet meer volstaat. UTP kabel kan namelijk een afstand van maximaal 100 m overbruggen. Men dient het tracé te bepalen waarin de glasvezelkabel is aangebracht om zo de afstand in te kunnen schatten. Dit zal misschien op 300m uit komen rekening houdend met bochten, stijgen en zakken van de kabel. Vervolgens moet men bepalen welke kabel er is toegepast of gaat worden. Dit kan men doen door op de kabel te kijken en lezen welke tekst erop staat.
62,5/125= Multimode OM1
50/125=Multimode OM2, 3 en 4 (kleur van de kabel bepaald dan de OM waarde)
9/125= Singlemode OS1 of OS2
Wanneer de glasvezelkabel nog aangelegd dient te worden, moet men in het voortraject de juiste kabel kiezen rekening houdend met afstand en snelheid.
Welke SFP module past bij mijn glasvezelverbinding?
Er vanuit gaande dat de kabellengte 300 m is en men een snelheid van 10 gigabit wil transporteren dient men in de glasvezel afstand tabel in de blog Welke Glasvezelkabel moet ik gebruiken? te kijken welke kabel er moet worden toegepast. Bij OM1 en OM2 zien we dat dit niet gaat, deze kabels zijn te oud dus vervanging van de kabels is noodzakelijk.
Indien er een OM3 of OM4 kabel is aangebracht kunnen we een 10 Gbase-SX 850nm SFP+ module toepassen. Om de optimale snelheid van 10 gigabit te kunnen halen dienen de SFP+ modules geplaatst te worden in een 10 gigabit switch met 4 stuks 10 gigabit SFP poorten. Op dit moment kunnen externe media converters een maximale snelheid van 1Gigabit aan, deze vallen dus af.
Singlemode
Wanneer de afstanden langer worden dan 550 m wordt er vaak voor singlemode gekozen. Bij singlemode kan men kiezen voor twee verschillende technieken te weten:
Duplex verbinding:
Een duplexverbinding is gelijk aan multimode. Bij multimode zijn er altijd twee vezels nodig om een verbinding op te kunnen zetten.
Simplex verbinding:
Bij een simplex verbinding is het mogelijk een glasvezel verbinding op te zetten over slechts één vezel. De SFP modules welke worden toegepast maken gebruik van bidirectionele technologie. Dit houdt in dat er gebruik wordt gemaakt van twee verschillende golflengtes licht. Deze SFP modules dienen als set aangeschaft te worden. SFP 1 zend bijvoorbeeld met 1310nm en ontvangt met 1490nm terwijl SFP 2 zend met 1490nm en juist ontvangt op 1310nm.